Bezorgde veteraan Bert biedt Libanon helpende hand: 'Situatie is alleen maar erger geworden’
Schalkhaar, 4 oktober 2024
© tekst Luuk ten Kleij / foto’s Ruben Meijerink
Hij heeft er in 1980 als militair gediend en is nog altijd nauw betrokken bij het land.
Nu kijkt Bert Kleine Schaars uit Deventer bezorgd naar de situatie in Libanon. Begin deze week is het Israëlische leger het land binnengevallen. Voor Kleine Schaars reden om medische goederen in te zamelen. ,,Dit land verdient het niet om de speelbal te zijn van andere mogendheden.”
Kleine Schaars werd 44 jaar geleden - hij was 19 jaar - als militair uitgezonden naar Libanon. Het land verkeerde destijds in een burgeroorlog. De Schalkhaarder maakte deel uit van de vredesmissie van de Verenigde Naties (VN).
Echt rustig werd het sindsdien niet in het land. ,,Het conflict is door de decennia heen soms bijna repeterend”, zegt Kleine Schaars. ,,Het verschil voor mijzelf met toen naar nu, is dat je toen een functie had, een taak, je was ermee bezig. Je probeerde als vredestichter de boel uit elkaar te houden. Als ik dan nu kijk, we zijn daar met terugkeerreizen en hulpprojecten zoveel geweest. Nu hebben heel veel mensen in het zuiden echt een gezicht gekregen.’’ Hij kent ‘heel veel mensen’ die nu op de vlucht zijn.
Onzekerheid, angst en machteloosheid
Kleine Schaars, actief als raadslid namens Deventer Belang, komt nog zo’n twee tot drie keer per jaar in Libanon. Hij is er voor laatst geweest in april 2023. In oktober vorig jaar stond ook een reis gepland, maar die ging niet door na het begin van de oorlog tussen Hamas en Israël.
,,We zouden tot aan de Israëlische grens gaan. Dat is het gebied waar wij destijds gezeten hebben. We hebben 8 oktober de beide reizen gecanceld en uitgesteld. En dat zeg ik dan heel optimistisch: uitgesteld. Intussen is de situatie alleen maar erger geworden.”
Begin deze week begon het Israëlische leger een grondoffensief in Libanon. Kleine Schaars heeft nog ‘continu’ contact met mensen in het land. ,,Die zijn allemaal gevlucht.” Wat zij voelen? ,,Angst. Je slaapt eigenlijk niet. Je hoort eigenlijk continu explosies en ontploffingen. En hoe dichtbij komt het? Je weet het gewoon niet. De onzekerheid, de angst, de machteloosheid.”
Om een helpende hand te bieden, is Kleine Schaars begonnen met het inzamelen van medische goederen. ,,We kennen de Libanese ambassadeur in Den Haag heel goed. Hij kwam vorige week gelijk met ons in contact.’’ Libanon vraagt met name om medicijnen en medische materialen. ,,Alle ziekenhuizen liggen vol. De behoefte is groot, de nood is hoog.’’ En dan denkt Klein Schaars: ik moet helpen.
Toekomst bieden
Kleine Schaars heeft in 2020 de Stichting Veteranen voor Libanon opgezet, nadat op 4 augustus dat jaar een pakhuis in de haven van hoofdstad Beiroet ontplofte. Daarbij hebben honderden mensen het leven verloren.
,,Dat land zit aan de grond sinds 2020 en de coronacrisis, ook omdat het heel erg afhankelijk is van toerisme en dat soort dingen. De oudere generatie kent niet anders dan conflicten. Wij vinden juist dat je kinderen de toekomst moet bieden en daar proberen we in te investeren.”
Inmiddels staan in Amsterdam zo’n acht pallets aan medische materialen klaar. ,,We proberen die nu, in overleg met de ambassadeur of met Buitenlandse Zaken, zo snel mogelijk naar Libanon te krijgen.”
Aandringen
Het zijn vooral logistieke bedrijven en groothandels die spullen doneren, van injectiespuiten tot anesthesieapparatuur en zuurstofmateriaal. Geen medicijnen. ,,Ik kan wel naar een apotheek en vragen om een paar pillen, maar dat krijg je niet. Die boodschap kun je alleen maar overbrengen naar de Nederlandse overheid. Jongens, doe wat.”
,,Als medicijnen in ziekenhuizen in Nederland minder dan drie maanden houdbaar zijn, worden ze vernietigd”, stelt Kleine Schaars. ,,Dan heb ik liever dat we ze nu verzamelen en in het vliegtuig stoppen naar Libanon. Maar dat kan ik niet doen, ik kan alleen maar zeggen dat de noodzaak er is. Erop aandringen.”
Ondertussen kijkt Kleine Schaars ook vooruit. ,,Ik ben van nature optimistisch. En ik heb altijd hoop. Op een goede toekomst. Het is zo’n ongelooflijk mooi land, met prachtige mensen. En dit land verdient het niet om de speelbal te zijn van andere mogendheden, waardoor het land zelf zich niet kan herstellen en niet kan opbouwen.”