Ceders van God.
Door: Georges Farah en Siem Kersten
Libanon is erg trots op zijn nationale symbool de Libanese ceder.
De Ceders van God (Arabisch: أرز الربّ Arz ar-Rabb "Ceders van de Heer"), gelegen in de Kadisha-vallei van Bsharre, Libanon.
Eén van de laatste plekken waar de overblijfselen van de uitgestrekte bossen van de Libanese ceder die in de oudheid op de berg Libanon bloeide. Alle verslagen van vroegmoderne reizigers over de wilde ceders lijken te verwijzen naar die in Bsharri; de christelijke monniken van de kloosters in de Kadisha Vallei vereerden de bomen eeuwenlang.
De vroegste gedocumenteerde verwijzingen naar de ceders van God zijn te vinden in Tafelen 4-6 van het grote Gilgamesj-epos, zes dagen lopen van Uruk.
Geschiedenis
De bergen van Libanon werden ooit overschaduwd door dichte cederbossen.
Door de eeuwen heen werd cederhout geëxploiteerd door de Feniciërs, Egyptenaren, Israëlieten, Assyriërs, Babyloniërs, Perzen, Romeinen, Arabieren en Turken. De Feniciërs gebruikten de ceders voor hun koopvaardijvloten. Ze hadden hout nodig voor hun schepen en het cederhout maakte hen tot de "eerste zeehandelsnatie ter wereld". De Egyptenaren gebruikten cederhars voor het mummificatieproces en het cederhout voor sommige van "hun eerste hiërogliefen met papyrusrollen". In de Bijbel schafte Salomo cederhout aan om de tempel in Jeruzalem te bouwen.
Het hout was eeuwenlang populair om zijn kwaliteit en aangename geur, wat heeft geresulteerd in grootschalige ontbossingen van de oorspronkelijke cederwouden. De Romeinse keizer Hadrianus claimde als beschermingsmaatregel de cederwouden op de berg Libanon als keizerlijk domein.
Het aantal ceders op de Libanon bleef lange tijd redelijk stabiel, maar in de 19e eeuw werden zij gekapt voor de vervaardiging van spoorbielzen. In 1876 besloeg het resterende cederwoud op de Libanon slechts 102 hectare. Om de zaailingen te beschermen tegen grazende geiten, financierde koningin Victoria van het Verenigd Koninkrijk een hoge stenen muur rond het bos.
Dit weerhield het Britse leger echter niet om gedurende de Tweede Wereldoorlog opnieuw ceders te kappen voor de aanleg van spoorlijnen nabij Cairo (Egypte).
Tegenwoordig is de Libanon ceder het nationale symbool van Libanon en zijn de resterende versnipperde wouden beschermd.
Recente geschiedenis
De tijd, samen met de exploitatie van het hout en de effecten van klimaatverandering, heeft geleid tot afname van het aantal cederbomen in Libanon.
Libanon staat echter nog steeds algemeen bekend om zijn geschiedenis van cederbomen. Het symbool van de Libanese vlag en het embleem van het land is de cederboom.
De overige bomen overleven in bergachtige gebieden, waar ze de dominante boomsoort zijn. Dit is het geval op de hellingen van de berg Makmel die boven de Kadisha Vallei uittorenen, waar de ceders van God worden gevonden op een hoogte van meer dan 2.000 meter (6.600 voet). Vier bomen hebben een hoogte van 35 meter (115 ft) bereikt, met hun stammen die 12-14 meter omtrek (39-46 ft) bereiken.
Werelderfgoed
In 1998 werd het woud, dat het Bos van de ceders van God wordt genoemd, ingeschreven op de Werelderfgoedlijst van UNESCO.
Huidige stand van zaken
Het bos wordt streng beschermd. Na een voorbereidende fase waarin het land werd ontdaan van afval, de zieke planten werden behandeld en de grond werd bemest, startte het "Comité van de Vrienden van het Cederbos" in 1985 een herbebossingsprogramma. Het Comité plantte 200.000 ceders, waarvan er 180.000 in leven bleven. Deze inspanningen zullen pas over enkele decennia merkbaar zijn vanwege de langzame groei van ceders. In deze gebieden biedt de winter een ongelooflijk landschap en zijn de bomen bedekt met een deken van sneeuw. Het is mogelijk om een rondleiding te krijgen onder begeleiding van een geautoriseerde gids.
Wij hebben met onze chauffeur Afif en gids Georges het bos van de Ceders of God de afgelopen jaren meermaals bezocht en het is behoorlijk indrukwekkend om tegen een boom te staan met een omtrek van zo’n 12 meter en een hoogte van zo’n 30 meter. Vooral de kroon van deze bomen is ontzettend groot en mooi om te zien.
Het is een geruststellende gedachte om te weten dat het resterende bos flink wordt uitgebreid en goed wordt beschermd.