Skip to main content
      
VVL_banner_03a
VVL_banner_05a
s1Overons
s2Overons
s3Overons
s4Overons

Statuten

Naam en zetel   statuten

Artikel 1.

  1. De stichting draagt de naam: Stichting VVL, veteranen voor Libanon.
  2. Zij heeft haar zetel te Schalkhaar, gemeente Deventer.

Doel en vermogen

Artikel 2.

  1. De stichting heeft ten doel:
  1. Het bevorderen van de vriendschapsbanden van Nederlanders met Libanon en Libanezen en het bevorderen van de kennis van de oudheidkundige rijkdom van Libanon in Nederland;
  2. Het ondersteunen bij de voorbereiding en begeleiden van Unifil veteranen bij terugkeerreizen. Het ondersteunen van gerichte hulpacties om steun en/of goederen voor of in Libanon aan te bieden;
  3. Het promoten van Libanon als land en reisbestemming;
  4. Het verrichten van alle verdere handelingen, die met het vorenstaande in de ruimste zin verband houden of daartoe bevorderlijk kunnen zijn.
  1. Het vermogen van de stichting wordt gevormd door:
  1. Subsidies en donaties;
  2. Schenkingen, erfstellingen en legaten;
  3. Alle andere verkrijgingen en baten.
  1. De stichting beoogt uitdrukkelijk niet het maken van winst.

Bestuur

Artikel 3.

  1. Het bestuur van de stichting bestaat uit een door het bestuur vast te stellen oneven

aantal van tenminste vijf (5) bestuurders.

Maximaal de helft van het aantal bestuurders mogen bloedverwant of aanverwant zijn met de oprichters.

  1. Bestuurders worden benoemd en geschorst door het bestuur. Het bestuur kan uit zijn midden een voorzitter, een secretaris en een penningmeester kiezen. Deze functies kunnen niet worden gecombineerd.
  2. De bestuurders worden benoemd voor een periode van ten hoogste vier (4) jaar. Zij treden af volgens een door het bestuur te maken rooster. Een volgens het rooster aftredend bestuurder is terstond, doch ten hoogste tweemaal herbenoembaar. De in een tussentijdse vacature benoemde bestuurder neemt op het rooster van aftreden de plaats in van degene in wiens vacature hij werd benoemd.
  3. Ingeval van een of meer vacatures in het bestuur behoudt het bestuur zijn bevoegdheden. Het bestuur is evenwel verplicht zo spoedig mogelijk in de vacature(s) te voorzien.
  4. De bestuurders ontvangen geen beloning voor hun bestuurswerkzaamheden.

Zij hebben wel recht op vergoeding van de door hen in de uitoefening van hun functie gemaakte kosten.

Taak en bevoegdheden

Artikel 4.

  1. het bestuur is belast met het besturen van de stichting.
  2. Het bestuur is niet bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding of bezwaring van registergoederen, noch het aangaan van overeenkomsten waarbij de stichting zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidsstelling voor een schuld van een ander verbindt.
  3. Erfstellingen mogen slechts onder het voorrecht van boedelbeschrijving worden aanvaard.

Bestuursvergaderingen

Artikel 5.

  1. De vergaderingen van het bestuur worden gehouden in de gemeente waar de stichting haar zetel heeft. Elk jaar worden ten minste vier (4) vergaderingen gehouden.
  2. Jaarlijks binnen zes maanden na afloop van het boekjaar wordt een vergadering van het bestuur (de jaarvergadering) gehouden, waar in elk geval aan de orde komt de vaststelling van de balans en de staat van baten en lasten.
  3. Voorts worden vergaderingen gehouden, wanneer ten minste één bestuurder daartoe onder nauwkeurige opgave van de redenen, alsmede van de te behandelen onderwerpen daartoe de oproeping doet.
  4. De oproeping tot een vergadering geschiedt schriftelijk ten minste zeven dagen tevoren, de dag van de oproeping en die van de vergadering niet meegerekend, met dien verstande dat de oproepingstermijn voor een vergadering waarin een voorstel tot statutenwijziging of ontbinding van de stichting is geagendeerd de oproepingstermijn ten minste drie weken, de dag van de oproeping en die van de vergadering niet meegerekend, bedraagt.
  5. Een oproeping vermeldt, behalve plaats en tijdstip van de vergadering, de te behandelen onderwerpen.
  6. De vergaderingen worden geleid door de voorzitter. Indien deze afwezig is, voorzien de aanwezige bestuurders in de leiding van de vergadering. Tot dat moment wordt de vergadering geleid door de in leeftijd oudste aanwezige bestuurder.
  7. De secretaris notuleert de vergadering. Bij afwezigheid van de secretaris wordt de notulist aangewezen door de degene die de vergadering leidt. De notulen worden vastgesteld en getekend door degenen, die in de vergadering als voorzitter en notulist hebben gefungeerd. De notulen worden vervolgens bewaard door de secretaris.
  8. Toegang tot de vergaderingen van het bestuur hebben de in functie zijnde bestuurders en degenen die daartoe door het bestuur zijn uitgenodigd.

Besluitvorming

Artikel 6.

  1. Het bestuur kan in een vergadering alleen besluiten nemen indien de meerderheid van de in functie zijnde bestuurders aanwezig of vertegenwoordigd is. Een bestuurder kan zich in een vergadering door een andere bestuurder laten vertegenwoordigen nadat een schriftelijke, ter beoordeling van de voorzitter van de vergadering voldoende, volmacht is afgegeven. Een bestuurder kan daarbij slecht voor één andere bestuurder als gevolmachtigde optreden. Is in een vergadering niet de meerderheid van de in functie zijnde bestuurders aanwezig of vertegenwoordigd, dan wordt een tweede vergadering bijeengeroepen, te houden niet eerder dan twee en niet later dan vier weken na de eerste vergadering. In deze tweede vergadering kan ongeacht het aantal aanwezige of vertegenwoordigde bestuurders worden besloten omtrent de onderwerpen welke op de eerste vergadering op de agenda waren geplaatst. Bij de oproeping tot de tweede vergadering moet worden vermeld dat en waarom een besluit kan worden genomen ongeacht het aantal aanwezige of vertegenwoordigde bestuurders.
  2. Zolang in een vergadering alle in functie zijnde bestuurders aanwezig zijn, kunnen geldige besluiten worden genomen over alle aan de orde komende onderwerpen, mits met algemene stemmen, ook al zijn de door de statuten gegeven voorschriften voor het oproepen en houden van vergaderingen niet in acht genomen.
  3. Het bestuur kan ook buiten vergadering besluiten nemen, over alle aan de orde komende onderwerpen, derhalve ook die tot statutenwijziging en ontbinding, mits schriftelijk en met algemene stemmen. Van een aldus genomen besluit wordt door de secretaris een relaas opgemaakt, dat na medeondertekening door de voorzitter wordt bewaard.
  4. Iedere bestuurder heeft het recht tot het uitbrengen van één stem. Voor zover deze statuten geen grotere meerderheid voorschrijven worden bestuursbesluiten genomen met volstrekte meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen.
  5. Alle stemmen in een vergadering geschieden mondeling, tenzij een of meer bestuurders voor de stemming een schriftelijke stemming verlangen. Schriftelijke stemming geschiedt bij ongetekende, gesloten briefjes.
  6. Blanco stemmen worden beschouwd als niet te zijn uitgebracht.
  7. In alle geschillen omtrent stemmingen beslist de voorzitter van de vergadering.

Einde bestuurslidmaatschap

Artikel 7.

Het bestuurslidmaatschap van een bestuurder eindigt:

  1. Door overlijden van de bestuurder of, indien de bestuurder een rechtspersoon is, door haar ontbinding of indien zij ophoudt te bestaan;
  2. Door verlies door de bestuurder van het vrije beheer over zijn vermogen;
  3. Door aftreden van de bestuurder al dan niet volgens het in artikel 3 lid 3 bedoelde rooster van aftreden;
  4. Door ontslag verleend door de gezamenlijke overige bestuurders;
  5. Door ontslag op grond van het bepaalde in artikel 2:298 van het Burgerlijk Wetboek.

Vertegenwoordiging

Artikel 8.

  1. Het bestuur vertegenwoordigt de stichting.
  2. De vertegenwoordigingsbevoegdheid komt mede toe aan de voorzitter tezamen met de secretaris, of de voorzitter tezamen met de penningmeester, en bij hun belet of ontstentenis hun daartoe door het bestuur uit zijn midden aangewezen plaatsvervanger.
  3. Tegen een handelen in strijd met artikel 4 lid 2 kan tegen derden beroep worden gedaan.

Boekjaar en jaarstukken

Artikel 9.

  1. Het boekjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
  2. Het bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de stichting en van alles betreffende de werkzaamheden van de stichting, naar de eisen die voortvloeien uit deze werkzaamheden, op zodanige wijze een administratie te voeren en de daartoe behorende boeken, bescheiden en andere gegevensdragers op zodanige wijze te bewaren, dat daaruit te allen tijde de rechten en verplichtingen van de stichting kunnen worden gekend.
  3. Het bestuur is verplicht jaarlijks binnen vijf maanden na afloop van het boekjaar de balans en de staat van baten en lasten van de stichting te maken, op papier te stellen en binnen een maand na deze termijn vast te stellen. Deze stukken worden door de bestuurders ondertekend. Ontbreekt de ondertekening van een of meer bestuurders, dan wordt daarvan onder opgave van reden melding gemaakt. Het bestuur kan de balans en de staat van baten en lasten laten onderzoeken door een door het bestuur aangewezen registeraccountant, accountants-administratieconsulent dan wel een andere deskundige in de zin van artikel 2:393 van het Burgerlijk Wetboek. Deze deskundige brengt omtrent zijn onderzoek alsdan verslag uit aan het bestuur en geeft de uitslag van zijn onderzoek weer in een verklaring omtrent de getrouwheid van de in het vorige lid bedoelde stukken. Deze opdracht mag ook worden verleend aan een organisatie waarin registeraccountants en/of accountants-administratieconsulenten in de zin van artikel 2:393 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek samenwerken.
  4. Het bestuur is verplicht de in de voorgaande leden bedoelde boeken, bescheiden en andere gegevensdragers gedurende zeven jaren te bewaren.
  5. De op een gegevensdrager aangebrachte gegevens, uitgezonderd de op papier gestelde balans en staat van baten en lasten, kunnen op een andere gegevensdrager worden overgebracht en bewaard, mits de overbrenging geschiedt met juiste en volledige weergave der gegevens en deze gegevens gedurende de volledige bewaartijd beschikbaar zijn en binnen redelijke tijd leesbaar kunnen worden gemaakt.

Reglementen

Artikel 10.

  1. Het bestuur is bevoegd reglementen vast te stellen, waarin de onderwerpen worden geregeld, die naar het oordeel van het bestuur (nadere) regeling behoeven.
  2. Reglementen mogen niet met de wet of deze statuten in strijd zijn.
  3. Het bestuur is bevoegd reglementen te wijzigen of te beëindigen.

Statutenwijziging

Artikel 11.

  1. het bestuur is bevoegd deze statuten te wijzigen. Een besluit tot statutenwijziging moet met algemene stemmen worden genomen in een vergadering waarin alle in functie zijnde bestuurders aanwezig of vertegenwoordigd zijn. Zijn in deze vergadering niet alle in functie zijnde bestuurders aanwezig of vertegenwoordigd, dan wordt een tweede vergadering bijeengeroepen, te houden niet eerder dan vier en niet later dan zes weken na de eerste vergadering. In deze tweede vergadering kan, indien de meerderheid van de in functie zijnde bestuurders aanwezig of vertegenwoordigd is, worden besloten omtrent de statutenwijziging. Bij de oproeping tot de tweede vergadering moet worden vermeld dat en waarom een besluit kan worden genomen indien de meerderheid van de in functie zijnde bestuurders aanwezig of vertegenwoordigd is.
  2. De wijziging moet op straffe van nietigheid bij notariële akte tot stand komen. Iedere bestuurder afzonderlijk is bevoegd de desbetreffende akte te (doen) verlijden.
  3. De bestuurders zijn verplicht een authentiek afschrift van de wijziging en de gewijzigde statuten neer te leggen ten kantore van het handelsregister.

Ontbinding en vereffening

Artikel 12.

  1. Het bestuur is bevoegd de stichting te ontbinden.
  2. Op het besluit van het bestuur tot ontbinding is het bepaalde in artikel 11 lid 1 van overeenkomstige toepassing.
  3. Indien het bestuur besluit tot ontbinding wordt daarbij een bewaarder van boeken, bescheiden en andere gegevensdragers aangewezen en wordt tevens de bestemming van het liquidatiesaldo vastgesteld, met inachtneming van de laatste volzin van dit lid. In andere gevallen van ontbinding wordt de bestemming van het liquidatiesaldo door de vereffenaars vastgesteld, met inachtneming van de laatste volzin van dit lid.

Een liquidatiesaldo wordt besteed ten behoeve van een algemeen nut beogende instelling als bedoeld in artikel 5b van de Algemene wet inzake rijksbelastingen met een soortgelijke doelstelling als de stichting of van een buitenlandse instelling die uitsluitend of nagenoeg uitsluitend het algemeen nut beoogt en die een soortgelijke doelstelling heeft.

  1. Na ontbinding geschiedt de vereffening door de bestuurders, tenzij bij het besluit tot
    ontbinding anderen tot vereffenaars zijn aangewezen.
  1. de bewaarder van boeken, bescheiden en andere gegevensdragers dient na afloop van de vereffening de boeken, bescheiden en andere gegevensdragers van de ontbonden stichting gedurende zeven (7) jaren te bewaren.
  2. Op de vereffening zijn overigens de bepalingen van Titel 1, Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek van toepassing.

Slotbepalingen

Artikel 13.

  1. in alle gevallen, waarin zowel de wet als deze statuten niet voorzien, beslist het bestuur.
  2. Onder schriftelijk wordt in deze statuten verstaan elk via de gangbare communicatiekanalen overgebracht bericht, waarvan uit een geschrift blijkt.